fbpx

Digitale marketing begrippenlijst

Alle digitale marketing begrippen in een overzicht

 

A

A/B testen. A/B test wordt ook wel “bucket test” of “split-run test” genoemd. Het is een willekeurige test op basis van twee variabelen, A en B. Met deze methode kunnen twee versies van bijna dezelfde methode getest worden om te bepalen welke versie het meest effectief is

Adserver: Met een adserver wordt allereerst bepaalt welke SSP recht heeft op de beschikbare advertentie. Wanneer dit bepaalt zal de adserver zorgen dat de advertentie van de SSP ook daadwerkelijk getoond wordt aan de gebruiker.

Advertising ID: Een advertising identifier (ook wel IDFA of IFA) identificeert een mobiel apparaat voor reclamedoeleinden. Het is vergelijkbaar met cookies, echter cookies werken in-app niet. Elke smartphone heeft een unieke advertising ID en hierdoor is het mogelijk om één apparaat over verschillende apps te herkennen en te onderscheiden van andere apparaten

Affiliate marketing: Een website of blog maakt het mogelijk dat derde partijen tegen een vergoeding klanten werven.

Amazon. Online winkel voor elektronica, computers, kleding, schoenen, speelgoed, boeken, sport, beauty, persoonlijke verzorging en nog veel meer.

App Store Advertising: Het adverteren in de app store via een betaalde positie boven de organische ranking. Bij Android is het mogelijk om door middel van een Universal App Campaign in de Google Play Store te adverteren. Hier heb je echter weinig tot geen controle over. In de Apple App Store is het mogelijk om op zelf gekozen keywords te targetten in de IOS App Store. Naast goede keywords zijn er nog meer onderdelen die ervoor zorgen dat de doelgroep jouw app download.

Attribution Window: Een gedefinieerde periode waarin een advertentieplatform kan claimen dat een click of een impressie op zijn platform heeft geleid tot een install of andere conversie. Bijvoorbeeld: adverteerder en uitgever spreken af een window te hanteren van 7 dagen. Vervolgens weet de uitgever aan te tonen dat de gebruiker na het zien van een advertentie op het platform binnen de overeengekomen window de install doet, dan wordt de inspanning voor de install toegewezen aan die uitgever. Elke partij hanteert zijn eigen periode. Zo hanteert Facebook een standaard window van 28 dagen, Google 30 dagen en kun je bij Twitter kiezen voor 1 dag, 7, 14 of zelfs 90 dagen.

AVG. De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is een privacywet die geldt in de hele Europese Unie (EU). Dankzij de AVG is de bescherming van persoonsgegevens in alle landen van de EU op dezelfde manier geregeld en gelden in elke lidstaat dezelfde regels. Dit heeft onder andere invloed op cookiegebruik binnen digitale marketing.

B

Banner (advertentie): via een grafisch (evt. geanimeerde) vormgegeven reclame, na een click op de banner landt de gebruiker op de website of in de app.

Backlink: Een backlink is een link van een andere website naar jouw website. Backlinks zijn voor de zoekmachines zoals Google belangrijk om te bepalen hoe populair jouw website of webpagina is. Hoe meer backlinks, hoe meer positieve aanbevelingen je eigenlijk hebt van andere websites.

Bereik: de hoeveelheid mensen die er bereikt kunnen worden met je advertenties.

Bid-request: Een verzoek van een SSP aan een DSP om real-time een advertentieruimte in te vullen. Het is een korte veilig van 100 milliseconden waar alle ontvangende DSP’s op de beschikbare advertentieruimte mogen bieden. De hoogste bieder mag een advertentie van zijn keuze direct plaatsen in de advertentieruimte. Het ontvangen van een bid-request en het beslissingsproces (bieden of niet) wordt het biedproces genoemd.

Bestemmingspagina Een. bestemmingspagina is een pagina waarop een bezoeker jouw website binnenkomt. Met andere woorden: het is de eerste pagina van een bezoeksessie. Als veel bezoekers via de homepage jouw website binnenkomen, dan is de homepage een veelvoorkomende bestemmingspagina. Deze term is afkomstig uit Google Analytics.

Blog: een publiek dagboek’, waarbij een individuele internetgebruiker (of een organisatie) ervaringen deelt met het internet.

Bol.com. Bol.com is een webwinkel in Nederland en België. En eigendom van AholdDelhaize

Browser: via een browser (-window) zijn internetters in staat webpagina’s te bekijken. Belangrijkste programma’s zijn Internet Explorer en Firefox.

Click trough ratio (CTR): De verhouding tussen de hoeveelheid kliks op een link, afgewogen tegen het aantal views van deze link (uitgedrukt als percentage).

C

Clicks / kliks: het aantal maal dat op een advertentie of link wordt geklikt.

CSS – CSS is een programmeertaal waarin staat hoe een webpagina gepresenteerd wordt. Zo omvat een Cascading Style Sheet (CSS) o.a. informatie over de gebruikte kleuren, de beleving, etc. CSS werkt samen met HTML om een website zo goed mogelijk aan de gebruiker voor te schotelen.

Content: de inhoud van een website, eveneens een belangrijke graadmeter in de zoekselectie van zoekmachines.

Content provider: aanbieder van informatie op internet, bijvoorbeeld nieuwspagina’s en weblogs. Dit is vaak een uitgever.

Conversie optimalisatie: het verhogen van het rendement van websites. Door gericht testen (bv A/B of multivariate) wordt met hetzelfde aantal bezoekers meer rendement uit een website gehaald.

Cookie: een minuscuul scipt dat zich -afhankelijk van de computerinstellingen- automatisch installeert op de computer van een sitebezoeker. Het onthoudt bezoekersgegevens, zodat hij bij een volgend bezoek, informatie over de bezoeker heeft.

Conversie: een actie van de bezoeker op uw site, zoals een aankoop, bestelling, aanvraag of inschrijving op een nieuwsbrief; de conversies vormen het uiteindelijke resultaat van uw internetinspanningen.

Conversieratio: De verhouding waarmee een sitebezoeker overgaat tot acties die een site tot doel heeft in percentage. (5 op de 100 doet een aankoop, conversieratio 5%).

Conversie tracking: het vergaren van gegevens via diverse technieken betreffende de conversies en conversieratio’s.

Contextual Advertising: Een vorm van advertising waarbij een advertentie inspeelt op de specifieke context waarin de doelgroep zich bevindt.

CPC (=cost per click): alleen wanneer een bezoeker daadwerkelijk de vermelding van een site elders op internet aanklikt, betaalt de opdrachtgever (per klik).

CPL (=cost per lead): alleen wanneer een bezoeker daadwerkelijk resulteert in een aanvraag via de site, betaalt de opdrachtgever.

CPM (= cost per mille): kosten per 1000 views van een banner.

CPS (= cost per sale): alleen wanneer een bezoeker daadwerkelijk resulteert in een verkoop via de site, betaalt de opdrachtgever.

CTR: zie click trough ratio.

CTA – Een CTA (Call to Action) is een belangrijk onderdeel van een website of applicatie. Door middel van een CTA stimuleer je gebruikers om een specifieke actie (invullen formulier, kopen, downloaden, etc.) te ondernemen op de website.

CDP vs DMP: Een CDP (Customer Data Platform) integreert alle interne en externe klantdata waarmee profielen en doelgroepen gecreëerd kunnen worden. Zo ontstaat er een eenduidig en zo compleet mogelijk klantbeeld. Hier kan vervolgens geautomatiseerd op ingespeeld worden, bijvoorbeeld in owned of paid media campagnes. Een DMP (Data Management Platform) is ingericht op basis van geanonimiseerde data zoals cookies en wordt vooral ingezet bij programmatic advertising en retargeting.

Customer Journey. De customer journey is de denkbeeldige reis die een klant aflegt tot en met het afnemen van een product of dienst. Het is een metafoor voor de verschillende tussenstappen, fases en contactmomenten die een klant doorloopt alvorens tot een aankoop over te gaan. In marketing is gebruikelijk de customer journey uit te tekenen om zo optimalisaties en fouten eruit te halen.

D

Description: beschrijving van de inhoud van een pagina ten behoeve van zoekmachines. Onderdeel van de metatags binnen de html-codering van een internetpagina.

Deep linking: het linken naar content die niet weergegeven is op de voorpagina, maar dieper in de website te vinden is.

Directory: rubrieken van websites die handmatig zijn samengesteld.

Display Advertising. Digitale display-advertenties zijn grafische advertenties op internetwebsites, apps of sociale media via banners of andere advertentie-indelingen gemaakt van tekst, afbeeldinge

Downloaden: het ontvangen van een bestand van een andere computer via een netwerk (bv internet). Tegengesteld aan uploaden.

DSP. Een demand-side platform is een systeem waarmee kopers van digitale advertentievoorraad meerdere accounts voor het uitwisselen van advertenties en gegevensuitwisseling kunnen beheren via één interface.

Een technologisch platform waarmee adverteerders geautomatiseerd advertentieruimtes kunnen inkopen (RTB) bij een publisher. Het stelt de adverteerder in staat om één advertentie aan één specifieke persoon in één specifieke context te laten zien, gebaseerd op data zoals locatie en surfgedrag. Een DSP staat tegenover een SSP, waarbij de DSP de vraagzijde vormt en de SSP de aanbodzijde. Een DSP maakt het mogelijk dat een adverteerder geautomatiseerd een advertentieruimte kan inkopen bij een SSP. Dit kan bijvoorbeeld met het Google Marketing Platform of AppNexus.

Dynamic Pricing: Bij dynamic pricing passen bedrijven en winkels hun prijzen continu aan om enerzijds marge en anderzijds de kans op verkoop te optimaliseren. Omnia  is een leverancier van dit soort software dat dit mogelijk maakt. Winkels gaan bij deze prijsstrategie op zoek naar de prijs die de consument op een specifiek moment bereid is te betalen.

E

eCommerce: de koop en verkoop via internet van diensten en producten.

eCPM Met effective cost per mille (eCPM) worden de effectieve gemiddelde kosten per 1000 impressies van een online advertentie bedoeld. Als voor de plaatsing van een advertentie wordt betaald op basis van het aantal klikt CPC of conversie CPA dan worden deze kosten vaak omgerekend naar een resultaat per 1000 weergaves van de banner of tekstlink. De eCPM kan worden berekend door de totale kosten voor de adverteerder te delen door het aantal impressie gedeeld door 1000.

Email marketing; E-mail marketing is een vorm van Direct Marketing waarbij een bericht direct naar de ontvanger wordt gestuurd. Denk aan een brochure die je per post naar een relatie stuurt of een relatie die je per telefoon benadert. Bij e‑mail marketing zet je alleen het kanaal e-mail in om je boodschap over te brengen.

F

Facebook adverteren: De manier om met Facebook in contact te komen met je doelgroep.

Fixed fee: een van vastgesteld budget vooraf voor een reclamecampagne.

Flash: animatie-technologie die vele toepassingen kent. (Nog) slecht doorzoekbaar voor zoekmachines. Is sterk verouderd.

Forum/Blog: een min of meer publieke ruimte op het internet, waarin bezoekers bepaalde onderwerpen met elkaar bespreken/bediscussiëren.

Frames: structuur die een internetpagina in onafhankelijke delen vormgeeft.

Frequency cap: er wordt een limiet gesteld aan het aantal keren dat een bezoeker een bepaalde advertentie voorgeschoteld krijgt.

Frictie betekent letterlijk wrijving of weerstand. Binnen ecommerce  staat frictie voor de moeite en drempels die een klant moet overwinnen tijdens een bestelling  Deze psychologische weerstand kan bestaan uit ergernis, vermoeidheid of verwarring. Frictie kan ervoor zorgen dat het conversie percentage daalt.

G

Gesponsorde link: zoekresultaten waarvoor een adverteerder betaalt (meestal afzonderlijk weergegeven van onbetaalde links).

Google Shopping: Met Google Shopping toon je productadvertenties toont in de Google zoekresultaten

Growth Hacking. Growth Hacking “een proces van snel op elkaar volgende experimenten die een scala van marketing kanalen gebruikt om de meest effectieve manier te vinden om bedrijven te laten groeien.

H

Hit: de registratie van iedere keer dat een internetter een website bezoekt.

Homepage: de belangrijkste pagina van een website, een welkomstpagina of eerste pagina van de site die zichtbaar wordt bij het intoetsen van de site naam (bijv. SEMRUSH).

HTML: de basiscodering van een internetpagina (Hyper Text Markup Language). HTML is een scripttaal die vorm geeft aan een site. Iedere webpagina bestaat uit deze scripttaal, zoekmachines gebruiken ook HTML-structuren van sites om hun kwaliteit te indexeren.

Hyperlink: een verwijzing op een internetpagina naar een andere, binnen dezelfde site of daarbuiten.

I

Impressie: het aantal maal dat dat een advertentie getoond wordt.

Interface: de vormgeving binnen een beeldscherm waarin een computerprogramma functioneert.

Internet: Het Internet is een netwerk van miljoenen computers, verspreid over de hele wereld. Via het Internet kan informatie worden aangeboden, opgevraagd en verstuurd. Het is mogelijk om wereldwijd met elkaar te communiceren via de computer.

Inbound marketing: is een vorm van (online) marketing. Het uitgangspunt van inbound marketing is dat potentiële klanten jouw bedrijf vanzelf kunnen vinden, zonder dat zij eerst geconfronteerd worden met advertenties op het internet, offline reclamecampagnes, direct mail en ga zo maar door.

Schrijf je blogs, dan houd je je in feite bezig met inbound marketing. Je adverteert niet en zendt geen televisiecommercials uit, maar probeert met jouw blogs in aanraking te komen met je doelgroep. Het idee is dat je potentiële klanten jou vanzelf vinden via de blogs die je schrijft. Door daar te zijn waar de potentiële klant je zoekt, haal je klanten binnen.

Intranet: een afgeschermd lokaal internet-netwerk, bijvoorbeeld te gebruiken binnen organisaties om eigen werknemers te bedienen.

IP-adres (= IP-nummer): het fysieke traceerbare adres van een computer (met internetaansluiting). Door een unieke combinatie van vier series cijfers is iedere pc herleidbaar.

J

Javascript: scripttaal ten behoeve van de interactiviteit van websites. Zoekmachines kunnen sites niet goed in kaart brengen, zodra dit op verkeerde plekken in de code wordt toegepast.

K

Keywords (= zoektermen): woorden waarop bezoekers waarschijnlijk zullen zoeken in de zoekmachines om uw site te vinden. Door gebruik van zoekwoorden binnen de site is men in staat de juiste informatie te vinden. Een goed ‘vindbare’ website is optimaal ingericht om via deze zoekwoorden de zoeker te bedienen.

KPI – Key performance indicators (Nederlands: kritieke prestatie-indicatoren) zijn variabelen om de prestaties van een bedrijf, merk of product te analyseren. KPI’s worden gebruikt om het succes van een organisatie in het algemeen objectief te kunnen meten, of het succes van een bepaalde actie of campagne te peilen.

Kruimelpad: Broodkruimelnavigatie (of kruimelpad) is een manier om een bezoeker van een webpagina duidelijk te maken waar hij zich precies bevindt op een hiërarchisch ingedeelde website. Zo’n hiërarchische website wordt ingedeeld naar verschillende onderwerpen en eventueel subonderwerpen, die elk hun eigen pagina krijgen.

L

Landingspage: Een landingspagina wordt ook wel een landingspage genoemd. Dit is een webpagina waar je vanzelf op terecht komt als je op een bepaalde banner, link of advertentie klikt. Er zijn ook organische zoekresultaten in Google die je naar een landingspagina sturen. Een landingspagina gaat doorgaans over een specifiek product of een specifieke dienst in het aanbod van een bedrijf.

Lead: potentiële klant, ook wel prospect genoemd.

Link: de verwijzing van de ene internetpagina naar de andere. Binnen dezelfde website of daarbuiten, deze verwijzing kan op verschillende manieren.

Linkbuilding: is het verhogen van het aantal links die verwijzen naar een website. Het doel van linkbuilding is het trekken van meer bezoekers naar de website en het verbeteren van de positie in de zoekmachineranking. Bij kwalitatieve linkbuilding wordt rekening gehouden met de relevantie en kwaliteit van de pagina waarvandaan een link wordt geplaatst

Listing: de zoekresultaten die de zoeker krijgt na het doen van een zoekopdracht binnen een zoekmachine.

Linkpopulariteit: een maatstaf voor de reputatie van websites en de hoeveelheid websites die naar een pagina linken. Binnen de online marketing verkrijgt men zo een groter inzicht in de status van een bepaalde website.

Long tail: Een begrip uit zoekmachine marketing, waarbij er vaak op basis van een 20/80 regel gekeken wordt naar het volume van de keywords. Hierbij zitten de meeste combinaties waarop mensen zoeken in de longrail, maar de omzet komt vaak uit de 20% (de short tail)

M

Meta crawler: een zoekmachine zonder eigen database, die op basis van de databases van andere zoekmachines tot zoekresultaten komt.

Meta tag/meta description: element binnen de codering van een website, die zoekmachines extra informtie geeft over de pagina (bv zoektermen, taal, beschrijving etc.). Deze is onzichtbaar op de pagina zelf.

N

Navigatie: de ‘route’ die bestaat in een internetsite. Het systeem van internetpagina’s dat gericht is op gebruiksvriendelijkheid om bezoekers snel en helder naar de door hen gevraagde informatie te leiden.

North Star Metric: De North Star-metric is de meting die het meest voorspellend is voor het succes van een bedrijf op de lange termijn. In feite de belangrijkste KPI. Om in aanmerking te komen voor een ‘North Star’, moet een metric drie dingen doen: leiden tot omzet, de waarde voor de klant weerspiegelen en de vooruitgang meten.

O

Online mediacampagne: adverteren via internet.

Online marketing. Online marketing is de verzamelnaam voor het onder de aandacht brengen van bedrijven, producten en diensten via internet. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld promotie van websites met behulp van onder andere e-mailmarketing, zoekmachine-optimalisatie en banners.

OMTM – One Metric That Matters. Dit is de belangrijkste metric voor een bedrijf. Het omvat de kernwaarde van een bedrijf en is een belangrijke drijfveer voor groei. Het moet ambitieus, meetbaar, haalbaar en specifiek zijn. Zie growth hacking

Optimalisatie zoekmachine: zie search engine optimization.

P

PageRank: Google’s systeem om het kwantitatieve aspect van de linkpopulariteit van een site te representeren. Op basis van binnenkomende en uitgaande links geeft dit een waardering aan webpagina’s. Wordt er binnen het internet veel gelinkt naar een webpagina en komen deze links vanaf andere pagina’s met een hoge PageRank, dan wordt de PageRank van die webpagina hoog.

Pageview: de meeteenheid om het aantal vertoningen van een webpagina weer te geven.

Paid vs Owned Media: Paid media zijn alle vormen van media waarbij er een betaling plaatsvindt om bereik te realiseren. Denk bijvorbeeld aan display advertenties, DOOH en gesponsorde social media posts. Onder owned media vallen alle vormen van media die kosteloos zijn voor het bedrijf. Dit is bijvoorbeeld de nieuwsbrief, website, een eigen pagina op een social media platform of aan pushnotificaties.Publisher. Een partij op het internet die een website of app heeft en hier advertentie ruimte verkoopt.

Performance Marketing: Een op prestaties gebaseerde manier van reclame/marketing bedrijven.  De adverterende partij betaalt voor meetbare resultaten, Google Ads adverteren is een manier van performance marketing.

Peak-end rule is het psychologische verschijnsel dat mensen gebeurtenissen niet beoordelen op basis van een gemiddelde van de volledige ervaring. Volgens de peak-end rule baseren mensen hun eindoordeel op twee herinneringen: het hoogtepunt en het einde. Dit principe werd voor het eerst beschreven door psycholoog Daniel Kahneman.

De peak-end rule geldt zowel voor positieve als negatieve ervaringen. Omdat de duur van momenten die doorslaggevend zijn voor een ervaring of herinnering minder relevant is, worden bepalende piekmomenten en eindes door wetenschappers ook wel aangeduid als snapshots. Een bezoek aan Ikea is een klassiek voorbeeld van de Peak-end rule.

Private marketplace: Een onderlinge afspraak tussen uitgever en een of meerdere adverteerders om afspraken te maken over positie of prijs, zonder de voordelen van een geautomatiseerde veiling te verliezen.

Programmatic Marketing: Één specifieke advertentie tonen aan één consument in één specifieke context. Dit wordt gedaan middels het gebruik van een geautomatiseerd online veilingsysteem (RTB). Met hulp van algoritmes en data laat het systeem automatisch de juiste advertentie zien aan de juiste persoon in die specifieke context. Combineer programmatic met mobiel en je genereert een meer kwalitatief, breder en groter bereik.

R

Review: Digitale beoordeling van consument of bedrijf voor de geleverde diensten.

ROAS ROAS is een afkorting voor Return On Ad Spend. Een manier om te kijken of een campagne, advertentiegroep of zoekwoord voldoende oplevert, is het bepalen van de opbrengst. Dit kun je doen via de ROAS formule:

ROAS = (Totale conversiewaarde – Totale (advertentie) kosten) / Totale kosten

RTB (Real Time Bidding): De techniek waarmee uitgevers geautomatiseerd online advertentieruimtes aanbieden. Adverteerders kopen deze geautomatiseerd in via een online veilingsysteem.

ROI – ROI is de Engelstalige afkorting van ‘Return on investment’. De ROI geeft voor een campagne de verhouding tussen de opbrengsten en de gedane investering weer. ROI wordt uitgedrukt in een percentage en meet de financiële toegevoegde waarde ten opzichte van de kosten.

S

Salesfunnel: Een marketing model waarbij de klanten/prospects worden ingedeeld  in segmenten. Een sales funnel wordt gebruikt om (potentiële) klanten te kunnen volgen in het verkoopproces

 SEA: adverteren binnen zoekmachines op zoektermen, zodat tekstadvertenties zichtbaar worden tussen de gesponsorde resultaten in zoekmachines. Dit adverteren verloopt via biedingensystemen.

SEMRUSH. Een handige tool waarmee je inzicht krijgt in je digitale marketing

Search engine: Engelse benaming voor ‘zoekmachine’.

Search engine marketing (= SEM): het promoten van websites in zoekmachines via diverse werkwijzen, (SEO en SEA zijn hiervan de belangrijkste elementen).

SEO is een afkorting voor Search Engine Optimization. Hierbij gaat het om het inzetten van verschillende technieken met als doel een website te laten stijgen in de zoekmachine resultaten.

SDK (Software Development Kit): Een digitale gereedschapskist met code tools waarmee developers een app kunnen bouwen, ook wel het framework van een app. Een app is doorgaans gevormd met verschillende SDK’s. Denk hierbij aan developer SDK’s en advertising SDK’s. Meer weten over beschikbare app marketing en monitoring tools? Zowel Google als Facebook hebben hun eigen SDK.

Search engine ranking (= SER): zie search engine optimization.

Sessie: De periode waarin een gebruiker actief is op je site of app. Als een gebruiker gedurende 30 minuten of langer inactief is, wordt nieuwe activiteit standaard toegeschreven aan een nieuwe sessie. Als gebruikers je site verlaten en binnen 30 minuten terugkeren, wordt dit tot de oorspronkelijke sessie gerekend

Spiders: via een spider/bot indexeren zoekmachines websites ten behoeve van hun eigen database. Ze werken zelfstandig en kunnen grote hoeveelheden pagina’s aan. Het zijn kleine stukjes software die het proces nabootsen van een bezoeker die webpagina’s via een webbrowser bezoekt.

SSP (Supply-Side Platform): Een technologisch platform waarmee uitgevers de verkoop van hun advertentieruimtes automatiseren. Een SSP helpt uitgevers om een zo goed mogelijke prijs te verkrijgen voor hun impressies.

Stickyness: de periode die een sitebezoeker doorbrengt op een website. Via verschillende werkwijzen is het mogelijk die tijd te verlengen.

Surfen = internetten: het bezoeken van internetpagina’s om via links, zoekmachines, portals, e.d. weer andere pagina’s en nieuwe informatie te vinden.

T

Traffic: gehele bezoekersaantal van een website of een bepaald type internetverkeer.

U

Uitsluitingszoekwoorden Uitsluitingszoekwoorden voorkomen dat je advertentie wordt geactiveerd door een bepaald woord of bepaalde woordgroep.

Url: een volledig internetadres, als voorbeeld www.thinkorange.nl

UX – Een UX designer of ‘User Experience Designer’ is iemand die zich bezighoudt met het ontwerpen van een betekenisvolle en aangename gebruikerservaring, over het algemeen op het gebied van websites, software programma’s, apps en games.

V

Viewability: Een term die definieert in hoeverre een digitale advertentie zichtbaar is geweest. De internationale standaard schrijft voor dat een advertentie als viewable wordt beschouwd als 50% van de pixels minimaal één seconde aaneengesloten in beeld geweest is.

Vertoningen: zie pageviews.

Vertoningsaandeel Het vertoningsaandeel, ofwel vertoningspercentage, is het percentage vertoningen dat je advertenties hebben ontvangen, afgezet tegen het totale aantal vertoningen dat je advertenties kunnen ontvangen.

Vertoningsaandeel = vertoningen / totaal aantal geschikte vertoningen

Geschikte vertoningen worden geschat op basis van een groot aantal factoren, waaronder targeting-instellingen, goedkeurings-statussen en kwaliteit. Het vertoningspercentage is een handig middel om te zien of je advertenties meer mensen kunnen bereiken als je je bod of budget verhoogt.

W

Webanalytics: verkrijgen van inzichten in de prestaties van marketingkanalen en websites.

Winkelwagentje:  Ook shopping cart of winkelmandje.Een winkelwagen is een virtueel boodschappenkarretje binnen een webwinkel waarin de artikelen die een bezoeker wenst te bestellen worden opgeslagen. Net als in een fysieke winkel stelt het winkelwagentje de klant in staat om meerdere producten in één betalen.

WWW = world wide web: het wereldwijde netwerk van documenten en bestanden dat aan elkaar gelinkt/gekoppeld is en in mindere of meerdere mate publiek toegankelijk is.

X

XML – ‘Extensible Markup Language’ (XML) is een standaard van het World Wide Web Consortium voor de syntaxis van formele opmaaktalen waarmee men gestructureerde gegevens kan weergeven in de vorm van platte tekst. Deze presentatie is zowel leesbaar voor een machine als voor de mens. XML wordt oa. gebruikt in RSS feeds.

Y

Youtube advertising. Met YouTube-advertenties kan je potentiële klanten bereiken en hen aansporen om actie te ondernemen wanneer ze naar je video’s op YouTube kijken of zoeken.

Z

Zachte conversie ook wel soft conversion,  is een vorm van conversie die niet direct tot extra omzet leidt. Denk aan abonneren op een email nieuwsbrief of een bezoek aan bepaalde pagina. Soms wordt aan zachte conversies wel een waarde toegekend. Dit is dan een virtuele waarde, gebaseerd op de verwachte kans dat uit de zachte conversie alsnog omzet voort zal komen.

Zoekmachine: een website gekoppeld aan een database, waarin zoekopdrachten kunnen worden ingevoerd. Na het invoeren laat zij zien welke webpagina’s op internet het beste aansluiten bij de ingevoerde zoektermen. In de database staat allerlei informatie over de webpagina’s die zij kent en hierin staat ook aangegeven hoe waardevol de verschillende webpagina’s zijn volgens bepaalde criteria.

Zoekmachine optimalisatie: zie search engine optimization.

301. Een 301-Redirect is een permanente doorverwijzing van één URL naar een andere URL. De URL redirect stuurt bezoekers door naar een andere pagina dan ze feitelijk bezoeken via de browserbalk of via een link. De redirect pagina leidt de bezoeker direct door naar de gewenste pagina.

404.  Deze code aan dat de cliënt geen verbinding kan maken met de server, en de zoekopdracht niet kan vinden.